Ik heb iets met oude mensen. Ze zijn van een wezenlijk andere generatie, met vaak een andere mening, wat ze per definitie interessant maakt om mee te praten. De rimpels en imperfecties geven ze een krachtig uiterlijk, wat bij mij een bepaald gevoel van respect afdwingt.
Ik zag een uitdaging in het fotograferen van oude mensen met dementie – een ziekte die extra pijnlijk kan zijn voor nabestaanden. De persoon die pa of ma, opa of oma was, verdwijnt immers langzaam maar zeker. Door middel van een gesprek over het verleden en bijpassende muziek hoopte ik op het kortstondig terughalen van een sprankel in de ogen. Dat het een uitdaging was, kan ik je intussen verzekeren.
Waar ik totaal niet over had nagedacht, was dat de mensen die ik ging fotograferen allemaal een zwaar Limburgs dialect spreken en mij – met een mix van randstedelijk maar ook Brabants accent – totaal niet verstonden. Daar gingen mijn goede bedoelingen. Het bleek uiterst moeilijk om met de beste mensen contact te maken. Bovendien stond ik daar natuurlijk met mijn studioflitsers en modifiers, wat vooral tot grote vraagtekens op de gezichten leidde. Ach, nu lach ik erom.
Overigens was er één man met wie ik wel meteen een klik had: dat was Harrie, een markante man met rode sokken en lilablauwe, afgetrapte Van Bommels. Rokend als een ketter zat hij in zijn luie stoel, de Senseo binnen handbereik. Overal waar je keek lagen spulletjes, frutseltjes, dingetjes… Maar wel allemaal netjes op tafels en kasten: een georganiseerde chaos. In de achtergrond lag zelfs een doosje met het opschrift prularia. Hilarisch.
Ik vroeg hem wat voor muziek hij luisterde, terwijl ik iets klassieks opzette.
‘Niet dit hoor, nu waan ik mij in Wenen,’ zei hij. Hij had liever Chubby Checker, waarna hij even opstond en begon te twisten.
Voor sommige mensen hoef je weinig moeite te doen, zo ook Harrie. De beste man is van nature heel fotogeniek. Een kijk naar voren, neem een trek van je sigaret, kijk naar mij was alles wat ik aan aanwijzing nodig had. Lichttechnisch was het ingewikkelder. Ik vond het de sport om het geflitste licht zo natuurlijk mogelijk op te laten gaan in de omgeving. Deze kamer leende zich daar goed voor, al was het wel een zoektocht. Gelukkig had Harrie geduld en genoeg sigaretten.
De foto hieronder geeft iets meer prijs van de kamer van Harrie. Wat ik merkte, is dat er bij dit kader zóveel interessants te zien is, dat de foto zijn doel voorbijschiet. Het gaat natuurlijk om Harrie. De uiteindelijke keuze viel op een strakker kader waarbij je meteen naar hem kijkt. Pas later gaat je oog dwalen naar de sporen van gekke schoenen en prullaria-doosjes. Bovendien kijkt hij ook beter – een lekker ontdeugende boevenkop.
Heerlijke man. Ik ga hem niet gauw vergeten.